Geschiedenis van Harpel – Harpel en omstreken (2024)

Vondsten die bij (her)ontginning van de bodem in Harpel zijn gedaan, tonen aan dat reeds enkele eeuwen voor Christus zich mensen hebben opgehouden in de streek wat nu Harpel is. Harpel ligt op een zandrug tussen het veen. Rondtrekkende jagersvolken zullen zich daar kortere of langere tijd hebben opgehouden.
In 1642 schrijft ene Johannes Veiting dat de bossen tussen Onstwedde en ter Apel zo dicht waren, dat de eekhoorns van boom naar boom konden springen. Deze bossen zijn gekapt door de stad Groningen. Men kon het eikenhout goed gebruiken voor de bouw van huizen en schepen. Zoals ook elders in ons land het geval was, namen heidestruiken bezit van de open vlaktes die na het kappen ontstonden.

Dr. Ir. J.E. Muntinga schrijft in zijn dissertatie “Het landschap Westerwolde” (Wolters 1946) dat zich op Harpel een 15-tal landbouwers uit de gemeente Noord- en Zuidbroek vestigde. De grond was goedkoop en het risico leek minder groot dan emigratie naar Amerika. Een jaartal vermeldt hij niet, ook niet of er toen al andere mensen op Harpel woonden.

Onderzoek en informatie mijnerzijds hebben opgeleverd, dat in 1880 zich de eerste moderne mens op Harpel heeft gevestigd. Dat was Harbert ten Have, die een schaapskudde liet grazen op de heide, gehoed door Freek Nijboer. Twee jaar later kwam een tweede gezin naar Harpel. Dat was ene Rendering, die aan het “Sikkelaantje” (Een pad dat liep van de Molenkampweg naar de Turfweg, nu verdwenen) een plaggenhut bouwde. Deze hut is later vervangen door een stenen huis, dat inmiddels ook alweer is afgebroken. Omdat in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Vlagtwedde hierover niets teruggevonden kan worden, is het niet uit te sluiten dat deze vestiging illegaal is geweest. Ook zijn arbeiders die aan het graven van het Mussel A kanaal hebben meegewerkt (zie verderop), op Harpel blijven “hangen”.

De landbouwers die op Harpel hun geluk beproefden, hadden het niet breed. Allereerst was er de abominabele waterhuishouding. In het natte jaargetijde kwamen maar al te vaak hele stukken land onder water te staan. Je kon in de winter op de schaatsen naar Vlagtwedde. De zandwegen waren modderig, waarin de wielen diep wegzakten.

De grond was arm. De boeren scheurden een stuk heide en verbouwden in het begin boekweit en aardappelen. Toen de grond wat bewerkelijker werd, rogge, haver en voederbieten. Erger was de zogenaamde ontginnersziekte. Het kon zijn dat in het begin van een seizoen de gewassen goed groeiden. Maar plotseling trad er een ziekte op, vooral bij de graangewassen. De verschijnselen leken op beschadiging door nachtvorst en men dacht dat dat de oorzaak was en men pootte en zaaide opnieuw. Maar het was een ziekte die soms hele oogsten verloren deed gaan. Daardoor kwamen veel boeren in financiële moeilijkheden. Het werd zelfs zo erg, dat men in 1920/23 dacht dat het gedaan was met de landbouw in Westerwolde. Tot in 1925 werd ontdekt dat met 50-100 kg kopersulfaat per ha deze ontginningsziekte kon worden voorkomen.

Tijdens en na de Eerste Wereldoorlog was er veel werkloosheid. Deze werd bestreden door woeste gronden te ontginnen. Door verschillende particulieren en gemeenten. De gemeenten hadden de NV “Ontginningsmaatschappij de Verenigde Groninger Gemeenten” opgericht. Bij deze gemeenten liep Vlagtwedde met aanhet hoofd burgemeester ds. Buiskool voorop. De regering gaf subsidies in de vorm van toeslag op de lonen (40-90%). De gemeente verkocht de gronden tegen kostprijs, dus heel goedkoop. Ook kleine boeren en arbeiders die wat woeste grond hadden, kregen subsidie voor de ontginning daarvan.

Veel stukken grond die reeds in cultuur waren gebracht, werden vanaf 1934 in het kader van werkverschaffing herontgonnen. Omdat de heide vaak alleen maar was gescheurd, was de ondergrond nog ondeugdelijk. Vóór de herontginning was de volgorde van de grondlagen van boven naar beneden: bouwvoor (10-25 cm), grauwveen (25-40 cm), smeerlaag, grijs zand (20 cm), roodbruin en geel zand. Daarna: bouwvoor, roodbruin en geel zand, grauwveen, mengsel van veen, smeerlaag en grijs zand, geel zand. Om deze omzetting te krijgen, moest de grond 70-80 cm diep worden omgewerkt.

In 1937/38 was het gemiddelde jaarinkomen in de gemeente Vlagtwedde € 58,50. Dit is laag, vergeleken met andere gemeenten. Op Harpel zal dit gemiddelde nog wel lager geweest zijn.

In Weende woonden de landbouwers, de arbeiders op Harpel en Kopstukken. Er was tussen boer en arbeider geen grote afstand zoals op het Groninger Hogeland. De omgang met het inwonend personeel was vertrouwelijk. Men at samen aan tafel, zat samen om de kachel. Boeren- en arbeiderskinderen trouwden met elkaar.

Men was het met elkaar eens, dat er in Westerwolde kanalen nodig waren voor ontwatering en openlegging. Al in 1880 werd een commissie benoemd die moest onderzoeken hoe die kanalisering moest zijn. Er werd heel wat vergaderd voordat de werkzaamheden konden beginnen.

In 1916 was het hele Mussel-A-kanaal gereed. Daarvoor was het kanaal in fasen opengesteld: op 1 mei 1915 was het bevaarbaar vanuit het noorden tot aan de Onstweddersluis, drie weken later tot de Harpelersluis, weer een maand later tot de Blekslagerbrug en op 3 september 1915 tot de Kopstukkensluis.

Geschiedenis van Harpel – Harpel en omstreken (1)
Geschiedenis van Harpel – Harpel en omstreken (2)

Het kanaal werd aangelegd op de plaats waar in de 16e eeuw de Sloot van Karel Schenck was gegraven in opdracht van Karel Schenck van Toutenburg, die van 1540 tot 1560 leenman van Westerwolde was. Redenen waren de meningsverschillen die bestonden over de grenzen tussen de marken van Onstwedde, Ellersinghuizen, Weende en Jipsinghuizen. Door het graven van deze sloot werden de grenzen definitief vastgesteld. Nu nog vormt het kanaal de grens tussen de gemeenten Vlagtwedde en Stadskanaal (vroeger Onstwedde).
De totale kosten van de kanalisering van Westerwolde bedroegen ruim € 1,8 miljoen.

In 1948 werd de weg Ellersinghuizen – Harpel – Mussel verhard.

Doede Bruinsma,
met dank aan Geert Jan Christiaans (Geert Rendering) en Jan G. Bruning.

Geschiedenis van Harpel – Harpel en omstreken (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Cheryll Lueilwitz

Last Updated:

Views: 6021

Rating: 4.3 / 5 (54 voted)

Reviews: 93% of readers found this page helpful

Author information

Name: Cheryll Lueilwitz

Birthday: 1997-12-23

Address: 4653 O'Kon Hill, Lake Juanstad, AR 65469

Phone: +494124489301

Job: Marketing Representative

Hobby: Reading, Ice skating, Foraging, BASE jumping, Hiking, Skateboarding, Kayaking

Introduction: My name is Cheryll Lueilwitz, I am a sparkling, clean, super, lucky, joyous, outstanding, lucky person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.